Daar huppelt ze
Met haar lokken zwevend door de wind
Nu nog gevuld met liefde
Wat door de wereld word verslint
Met kleine stapjes
Voelt ze de eerste tranen
dwarrelt door de wind
En de liefde die zich ergens binnenin nog bevind
Kijkend rondom de wereld
Zoekt ze naar hoop
Wachtend,
Eeuwig wachtend
Haar eens bruine gezicht
Is nu wit
Bijna doorschijnend als de wind
Evenals de eens zo donkere lokken
Met haar wangen nat van verdriet
Nu angstig grote ogen
Bang en schreeuwend om hulp in de wind
Niemand die haar vind
Niemand die haar hielp
En het eens zo fijne briesje
Werd een hevige wervel wind
De laatste kans op verlossing die ze niet vind
Het meisje kon niet meer
Wilde weg,
Naar een plek zonder onweer
Alles had ze er voor over
En toen
Met kleren doorweekt
De wolken lieten alles gaan
Zé liet zich gaan
Zwevend met haar
Lichaam,
De eens zo vrolijke lokken
Meegaand in de wind
Geen verzet meer
Het meisje had geen kracht
Alleen lichte ogen die ligt zagen
En wilde zien
& toen eindelijk
Na het zweven in de wind
Hoog, laag en vooral donker
Stopte de storm
Het lichtje in haar doofde
De liefde helemaal weg
Na de eeuwige strijd
De rust
Het meisje,
Als een hoopje op de grond
En de wind blies nooit meer.
Laat wat van je horen