Zusje, van de ene op de andere dag
stortte jouw wereld in.
Je werd ziek, kreeg kanker,
een ziekte zonder zin.
Niemand durfde het woord
uit te spreken,
de paniek was groot.
Zo zie je een jonge vrouw
in de bloei van haar leven,
en nu ga je de strijd aan met de dood.
Hulpeloos sta ik aan de zijlijn,
niet wetend wat ik voor je kan doen.
Ik zie in je ogen angst,
verdriet en pijn.
Angst omdat je weet
dat je niet kan winnen.
Angst omdat je kinderen
straks zonder moeder zijn.
Zachtjes pak ik je hand,
als ik zie dat de pijn je overmant.
Ik wil je troosten,
maar woorden schieten mij te kort,
omdat ik weet dat je nooit
meer beter word.
Waarom God, moet zij zoveel lijden?
Ze heeft nog nooit
iemand kwaad gedaan.
Laat alsjeblieft de pijn verdwijnen,
dan zal ik proberen
haar te laten gaan.
Laat wat van je horen