Zijn niet de rozen rood van liefdeslust?
En trillen niet,
gebaad in maneglansen.
De hoge popels,
die het meer omkransen
wanneer de wind hun
smachtend lover kust?
Zoekt niet de vlinder heil-
en honingkansen
bij elke bloem,
waarin hij zalig rust?
En tint’len niet,
hun godd’lijk schoon bewust
doorgloeid van zonnevuur,
de blauwe transen?
Laat wat van je horen