Er was eens een plek,
een plek waar ik nog nooit was,
ik ging zitten tussen het gras,
zon scheen in mijn ogen,
vogels die overal vlogen,
het isprachrig weer,
dauw valt op me neer,
ik voel de wind loeien
in mijn gezicht,
ik zie een windroos
die zich naar het noorden richt,
de hemel is blauwer als blauw,
maar de nacht komt gauw,
nu ga ik liggen op mijn rug,
en denk aan de mooie tijden terug,
toen was het gras groener,
de hemel blauwer,
de zon was hoger,
en het water was droger.
Laat wat van je horen