In een grote tuin stond eens een mooie roos.
Vergeleken met anderen was ze bedrukt en klein.
Zo stond ze al een hele poos.
Ze had zo ongelooflijk veel pijn
De anderen groeiden en groeiden.
Het zou niet lang meer duren, of ze kwamen in de knop.
Terwijl het licht en water zich alleen met hen bemoeiden.
Een mooie bloem in de dop.
Zo bleef onze kleine roos achter in haar groei.
De anderen vonden haar maar raar.
Op deze manier kwam ze nooit mooi tot bloei.
Voor de anderen was de tijd al bijna daar.
Anderen waren al in volle bloei.
De roos kreeg nog steeds weinig water en licht.
Toch was er langzame groei.
De anderen vonden zij-die-niet-bloeide maar een raar gezicht.
Toen begonnen licht en water zich met de kleine roos te bemoeien.
Zo werd zij-die-niet-bloeide met liefde en geluk gevoed.
De kleine roos begon uiteindelijk goed op te groeien.
Zoals het uiteindelijk moet.
De kleine roos groeit en groeit.
En de knop is in de maak.
Tot ze uiteindelijk volledig bloeit.
En haar bloem? Nou die valt in de smaak.
Nu is zij het die mag genieten van het licht.
Van geluk mag zij stralen.
En dat vinden anderen een erg mooi gezicht.
Terwijl ze haar liefkozen en aanhalen.
Laat wat van je horen