Blauwe bloemen tussen groen.
Zo herinnert zij zich toen,
Er nog geen krater was geslagen.
Er nog geen ghetto was gebouwd.
Mens-zijn op handen werd gedragen,
Niet door soldaten afgesnauwd.
Dan lijkt het geweld verdwenen.
Ze hoort de vogels van weleer.
Gestrekte vlaktes zijn verschenen,
Geen kinderen naast dode moeders meer.
Tussen de puinhopen van Gaza,
Herinneren haar ogen blij,
Haar mond verstilde in een glimlach,
Ze danst met de godin en is vrij… .
Laat wat van je horen