In de wachtkamer aangekomen,
vervlogen al mijn dromen.
Voorzichtig keek ik om me heen.
Er zat een donkere bui aan te komen
en ik kon er niet om heen.
Er hing een sfeer van achtergelaten verdriet en zorgen.
Vasthouden aan gisteren,
niet aan vandaag of morgen.
Het liefst wil ik wegrennen,
niet naar binnen gaan.
hakken in het zand,
nooit meer terug gaan.
De neuroloog vertelde me in zijn “diploma verblindende” kamer,
emotieloos over Parkinson en er dreunde een zware hamer.
De ramen had hij wijd open staan, zeker wel.
Zorgen en verdriet verdwijnen op deze manier dan erg snel.
De neuroloog oogde jong,
sterk en gezond.
Hoe kreeg hij toch zo’n
diagnose uit zijn mond!
Hij vertelde me zijn
eenvoudige geheim:
“ik oefen gewoon élke dag voor de spiegel”:zei hij klein.
Laat wat van je horen