Je bent weg gegaan,
na alles wat je hebt gedaan.
Ik ken je niet meer,
de wonden doen nog steeds zeer.
Ik hield van je.
Toch sloeg je me.
Waarom deed je dat.
Omdat ik het
de volgende dag weer vergat.
Ik was een kind.
Jij was een vader.
Nu zijn we beiden
niet meer wat we waren.
Laat wat van je horen