Ik droomde dat ik heel beroemd was.
En dat er iedereen voor mij was.
Ik droomde van Ahoy
en van een open lucht air
en dat ik daar zong
en mensen mij toejuichtten.
Ik was heel gelukkig met al
die fans om mij heen,
maar als ze dan weer weg waren,
was ik weer alleen.
Dan was ik weer eenzaam en verlaten.
En had niemand om mee te praten.
Dan ineens besef je pas,
wat is het thuis toch fijn.
Om mensen om je heen te hebben
die van je houden
of je nu beroemd bent of niet.
Die altijd voor je klaar staan,
ook al waardeer je dit soms ook niet.
Dan is het niet meer nodig,
om zo nodig voor publiek te staan.
Maar dan in een keer schrik je wakker.
En dan ben je heel blij
dat dit alles maar een droom was.
En dat je omringd bent met mensen
die er altijd voor je zijn.
Ster of niet.
Nee, hen interesseert
dit helemaal niet.
Laat wat van je horen