De sneeuw lag dik
het lag zo hoog
zo hoog als ik.
En k’liep er in,
en k’zonk er in,
k’zonk er in,
ik zonk er in
tot boven mijn kin.
Maar ik wilde toch naar
school toe gaan
en k’trok mijn vaders laarzen aan.
En k’stapte dapper door de snee,
net of ik anders nooit iets dee!
En de sneeuw,
sa maatjes, dat was een jool,
de sneeuw bleef hangen
aan hiel en zool.
Ik groeide wel bij iedere stap,
k’werd groter dan onze zoldertrap.
Ik pakte een kraai van een hoge tak,
ik keek in de goten en over elk dak.
Maar toen ik voor de schooldeur stond,
kon ik waarachtig niet
meer op de grond!
Maar de meester haalde
een lange leer,
zo daalde ik weer
op aarde neer.
Laat wat van je horen