Op een verlaten strand,
Zittend in het witte zand,
Sla ik jou mijmerend te gade,
En aanschouw je eindeloze parade
Van golvende patronen
Waarin je geheimen wonen.
Bij jou kan ik in vertrouwen,
Mijn diepste gedachten ontvouwen.
Geboeid zit ik te staren,
Naar je opeenvolgende baren,
Die in hun tocht komend uit de horizon,
Gedreven door de wind,
de maan en de zon,
De branding boetseren
En het strand penetreren.
Je brengt me in hypnose,
En dromend van de apotheose
Word ik plots gewekt
Want ik heb pas ondekt
Dat ik in kletsnatte kleren
Nu huiswaarts moet keren.
Laat wat van je horen