Ik ben een man.
Ik ben heel eenzaam.
Ik heb geen vrouw zoals een andere man.
Ik kijk de heel de dag uit het raam.
Tot dat er gebeurde een ongeluk
Er lag een vrouw op de straat.
Ik wist gelijk dat word me geluk.
Ik ben nu weer tot alles in staat.
Ik ben met haar getrouwd.
Ik twee kinderen.
Ik weet dat nu iemand op mij bouwt
Ik heb nu ook weer aan het leren voor schilderen.
Ik ben weer heel eenzaam.
Mijn vrouw is gestorven.
Ik zit dus weer voor het raam.
Ik woon eenzaam ik het dorp Orven.
Laat wat van je horen