Wat zeg je tegen iemand
die wie weet de tijd kan tellen
en met haar zorgen bijkans
een boom zou kunnen vellen
Wat zeg je als een uur
een week zou moeten duren
en de toekomst op een dag
dan toch een uitnodiging zal sturen.
Dat niets hier terecht is,
Dat alles maar nep is,
Dat ons leven een spel is,
en zulks gelukkig maar wel is.
Dat we je graag zouden bijstaan
en de tijd dwingen stil te staan.
Dat het zo vreselijk oneerlijk is,
en jouw lijden niet begeerlijk is.
Of zelfs dat je sterk moet zijn,
en toch niet op mag geven,
en dat er altijd wel
een antwoord komt,
een mirakel dat eenieders stem verstomt.
Doch neen,
nee dat zeg ik niet,
geen mens die weet wat jij nu voelt,
probeer iedereen duidelijk te zeggen wat je bedoelt.
Geen keuzes op te dringen,
geen nieuwe stoelendans,
liever niet mee beginnen.
Hou het simpel lieve vriend
en neem het leven van de witte kant.
Da’s de kant van dromen.
Van in blindelings vertrouwen
thuis te komen,
van kleine lieve woordjes
willen horen.
En je door de simpelste dingen gelukzalig laten bekoren.
En ook dat nog,
dat je hopelijk nog veel geniet,
Van het leven dat het jouwe is.
’T is dat wat ik je zeg.
Laat wat van je horen