Een nieuwe morgen.
De zon priemt haar fijnste
straaltjes door de ochtendnevel.
In haar hoekje zit ze te staren en wil de nevelslierten in haar hoofd ontwarren.
Ze ziet mij komen,
haar voorhoofd krijgt diepe fronsen.
Oh, ge zijt daar, zegt ze,
zonder mijn naam te noemen.
Ze zoekt door de slierten heen,
naar wat ze wil vinden.
Ze zegt: gij zorgt voor mij.
De omgekeerde wereld.
Plots flikkeren haar ogen even op.
Ze neemt haar grote knuffelbeer,
jij bent mijn vriend.
Moeder wordt een kind.
Moeder, ik zal voor je zorgen,
ik zal je moeder zijn.
Laat wat van je horen