Ik zie jouw vertrouwde gezicht,
zo mooi in het avondlicht.
Met de sterrenhemel daar boven,
wat ons doet geloven;
wij voor eeuwig, voor heel lang.
Eeuwig gelukkig, maar toch bang.
Bang voor wat komen zal,
bang voor een grote val.
Een misstap begaan,
ik kijk naar de maan.
En weet;
Dat die grote val niet komen zal.
Want écht gelukkig,
zijn wij al.
Laat wat van je horen