Niemand, niemand heeft mij verteld
wat niemand, niemand weet
Maar ik weet nu waar het eind van de Regenboog is,
IK weet waar er groeit
Een boom die Boom des Levens heet,
Ik weet waar er vloeit
De Rivier van de Vergetelheid
En waar de Lotus bloeit
En ik- ik heb het woud betreden, waar
In vlammen, roze en goud,
Verbrandend- en herrijzend steeds
De Feniks zich ophoudt.
Niemand, niemand heeft mij verteld
Wat niemand, niemand weet.
Verberg je gezicht in een waas van Licht,
Die met zilver schoeisel treedt –
jij bent de Vreemdeling die ik het best ken,
Van wie ik het meeste hou.
Je kwam van het Land tussen Waken
en Droom,
Koud van de Morgen-Dauw.
Laat wat van je horen