Nu ik hier mijn laaste dagen slijt,
Denkend aan de herinneringen
die ik vergaarde.
Op mijn wang een traan.
Wachtend op de dood die mj
van het leven scheidt,
De angst van de verjaarde.
Als rottend fruit naar
mijn einde gaan,
Is het al begonnen te ontbinden.
Het lot van een lang leven.
Door de zure appel bijtend,
Afvragend of ik mijn rust ga vinden.
Altijd op dezelfde plek gesleten,
Waar ga ik straks heen?
De levenden zijn mij allang vergeten,
Dood ga je alleen.
Laat wat van je horen