Ik betrap je wanneer je uit m’n gedachten probeert te glippen.
Met een herinnering aan jou, ben je er meteen terug.
Je bent wat anders dan hiernet.
Je grijnst, nee, je lacht! Een glimlach! Je glimlacht naar mij!
Je draait je om en stapt weg. Weg van mij.
Ik loop achter je aan, maar jij bent sneller.
Ik blijf staan en zie je steeds kleiner worden.
Ik hoor je lieve woordjes omslaan in een blik van haat.
Een blik die me verslindt.
Mijn hoop en liefde proberen een weg te vinden.
Vernield door een vloed van tegenslag en pijn.
Al stervend ziet mijn hoop, mijn liefde een weg te banen naar de vrijheid.
Omringd door jouw doornen van haat.
Laat wat van je horen