Rustig rijdend langs bossen en weiden
en plotseling die gedachte;
‘Ik zie twee auto’s, nee, twee wrakken.
Om mij heen schreeuwende mensen die pakken
hun mobiele telefoons.
Blauw licht verblind mijn ogen.
Rode en gele mannen pogen
tevergeefs de beknelde vrouw te redden.
Haar knalgele auto omhelst een grote beuk.
De mijne, 180 graden, ‘doodleuk’
in een droge sloot.
Ik zie witte muren en kleurrijke bloemen
grote apparaten zoemen
aan mijn bed.
Van wit naar zwart zie ik treurige mensen,
huilende familieleden wensen
mij dood in plaats van haar.
Twaalf jaren opgesloten achter grijze muren
maar hoe lang zal het duren
voordat het schuldgevoel is weggetrokken.
Slecht 1 ruk aan het stuur is voldoende.
Men wil het niet maar kan het wel,
menselijk vermogen…’
Iemand komt mij tegemoet
passerende ontmoet
ik haar levendige ogen.
Zij groet, ik groet terug
en in mijn binnenspiegel zie ik vlug
de zon, weerspiegeld op haar
knalgele auto..
Laat wat van je horen