Ik wou dat ik kon springen
ik wou dat ik kon staan
ik wou dat mijn leven
niet naar de haaien was gegaan
nu kan ik niks meer
niet lopen of verspringen
niet spurten of snel gaan liggen
mijn benen zijn verdwenen
daarvoor moest ik wenen
nu kan ik alleen nog
zitten in een stoel
de hele tijd niks doen
maar ik kan wel nog zingen
en schrijven kan ik ook
ik heb zelfs een prijs gewonnen van het mooiste gedicht ooit
en jij jij kan springen
en jij kan staan
jij kan verspringen
en heel snel gaan liggen
en op jouw valt iedereen
op wie valt er nu
een meisje met geen been
en wat zeg jij dan tegen mij
dat je zielig bent en niks kan
wat moet ik dan zeggen
ik zit hier in een stoel
de hele tijd niks te doen.
Laat wat van je horen