Klein lief meisje,
wat heeft hij met je gedaan?
Je kijkt met bange ogen
en vlucht steeds hier vandaan.
Je huilt niet en je schreeuwt niet,
uit de angst niet die je voelt.
Als hij zachtjes langs je wang wrijft,
of door je haren woelt.
Een knuffel voelt onveilig
en een glimlach maakt je kwaad.
Dat er iemand om je geeft,
voelt alleen maar als verraad.
Je hebt niets en niemand nodig,
bent niet zwak en ook nooit bang.
En als je je al kwetsbaar voelt,
dan is dat nooit voor lang.
Want je muren zijn massief
en al je deuren zijn gesloten.
Wie er toch nog van je houdt,
wordt hard en snel verstoten.
Je hebt geen mening meer,
geen lijf en geen stem.
Geen taal voor de dingen,
die gedaan zijn door hem.
Met je hand op je keel,
je woorden gesmoord.
Mijn schreeuw in het donker,
werd niet gehoord.
Laat wat van je horen