Nu en dan heb ik een tête-à-tête
In de zandwind van de geschiedenis
En hoor vrienden met hun belijdenis.
Hun dromen,hun verdriet ten spijt.
Samen lezen wij dan oude brieven
Doorheen vezels,garen,draden van tijd.
Die ons hart soms doorklieven.
Gewikt,gewogen en zo eigengereid.
Ja, soms ontvangen wij muzen thuis
En spinnen wij inspiratievolle zinnen.
Samen met wulpse Zee-Meer-Minnen.
Meer méér dan min, en zonder geruis.
Bij nacht volgen we sporen van een trein
Waarvan de reizigers zoekende doden zijn.
Ook zij kunnen dromen,wonderwel.
Van ’t vlakke land en Jacques Brel.
“l’Homme de la Mancha”
drijvend naar eilanden in de Marquises.
Of naar het grotere Parijse Olympia.
Nomaden met lege koffers.Verliezers.
Laat wat van je horen