Ik lig in mijn bed en luister.
Ik luister naar het
tikken van de regen.
Het tikken van de regen op het dak.
Op het dak van de plek waar ik denk.
Waar ik denk en dit gedicht bedacht.
Dit gedicht is bedacht in mijn hoofd.
In mijn hoofd daar spookt het.
Gedachten dwalen of schieten voorbij.
Waarom ik dit zei?
Ik weet het niet,
zoals ik zoveel niet weet.
Dingen weten wil ik ook niet.
Ik wil luisteren naar mijn gevoel.
Mijn gevoel zegt:’ga slapen’
en geniet van het tikken van
de regen.
Laat wat van je horen