Ik ken de gebroken boomtak
Want wat ik zie, voel ik in mij
Ook mijn ziel is van gebarsten hout
Geknakt door de stormen des levens
De tak en ik zijn verstrengelde lotgenoten
Maar de gebroken boomarm hangt nog
Vingertoppen laten elkaar niet los
Zolang het hout hout voelt, is er hoop
De dreiging van de tweedeling
Maar het deel dat dreigt te vallen,
vecht met leeuwenmoed
Het is aan haar kracht te danken dat de breuk de val nog niet kan forceren
Mijn hart is gescheurd
Doch de scheur heeft me niet helemààl verscheurd
Scheurbuik door een tekort aan vreugdevitaminen
Maar ik kan me toch ook nog bescheuren van het lachen
Met de boomtak voel ik mij verwant
Ik voel wat ik zie
En ik zie wat ik ervaar
Het gaat verder dan de symboliek
Er ontstaat een gevoelsband
Door het onheil beëdigde tweelingen
Net als de boomtak val ik (nog) niet
En als hij valt, breek ik op exact hetzelfde moment…
Laat wat van je horen