Als een stenen beeld sta
ik hier onbeweeglijk.
Mijn ogen zijn droog,ik heb geen tranen meer, de zon trek door een blauwe hemel , die me asgrouw lijkt.
Een nacht zonder sterren alleen een triestige roze schemering neem ik waar, de maan is nuteloos , kilometers zullen ons scheiden, maar de wind kan niet bevelen en de bergen wijken niet voor mijn verlangens.
Maar straks ben ik weer bij jou en dan zal de zon weer eeuwig schijnen aan een helder blauwe hemel!
Laat wat van je horen