De wind waait overal waar het waaien kan.
Het kan overal komen waar het heen wil.
Wind kun je niet vangen.
Het glipt door je vingers en waait weer weg.
De wind waait altijd anders.
Dan weer zacht en dan weer hard.
De wind kun je niet besturen.
Het heeft zijn eigen wil.
De wind is vrij.
Vrij wat te doen en wat hij wil.
Wind kun je niet temmen.
Het luistert altijd naar zichzelf.
Laat wat van je horen