Er was eens een pracht van een vrouw.
Sommigen noemde haar maf,
Maar desondanks alle verwijten toch maar liefde gaf.
Ze werd verstoten, ze werd geobserveerd…
Ze werd met medicijnen bespoten
De vrouw werd compleet onteerd.
De vrouw had geen bed… ze had alleen maar haar gedachten
Ze werd uit het huis gezet,
Alleen spendeerde ze de nachten.
Ze had vier kinderen, die haar werden ontnomen,
Ze kon dit niet verhinderen,
Ze kon alleen maar dromen.
De wil was weg, de wil om te leven.
Toen had ze zich maar naar het donkere leven begeven,
Een leven vol drugs, een leven vol drank.
Een leven vol hoop, gejammer en gejank.
Ze werd alleen gelaten,
Door onbetrouwbare vrienden die bij haar in de kamer zaten.
Dit maal vol drugs bespoten
De vrouw werd zielsalleen naar de dood verstoten.
Laat wat van je horen