Kom, zeiden vanmorgen de eendjes ontroerd, dat jongetje heeft ons zo dikwijls gevoerd,
we doen nu anders we doen het nu anders we draaien het om.
Nu gaan we het jongetje voeren. Kom!
Ze kochten wat boter,
ze kochten wat brood,
Ze hadden ook ieder
een mand aan hu poot,
Ze kochten wat muisjes en toen nog wat sjam, en gingen naar ’t jongetje toe met de tram
Het jongentje wou net de voordeur uitgaan ,toen hij daar op straat 20 eendjes zag staan.
Dag, jongetje zeiden ze,
ga maar naar binnen.
We komen je voeren;
we gaan zo beginnen
Toen moest hij gaan zitten.
Hij kreeg een servet.
ze sneden het brood
en ze smeerden het vet.
Ze gaven hem stukjes van ’t brood,
om de beurt met sjam (appel-bessen) en muisjes (gekleurd)
He zeiden de eendjes wat leuk
is dit nou
Je hebt ons gevoerd nu voeren we jou.
Zo, zeiden de eendjes,
nou heb je genoeg.
Kom jij een keer weer bij ons ’s morgens vroeg???
Laat wat van je horen