Beewolf

Honderdvijfenveertig dagen zijn verstreken,
vanaf de nacht dat jij het leven liet.
Keer op keer is mij gebleken,
dat ik nu lijd aan groot verdriet.

Radeloosheid, een niet te vermijden
gevoel van leegte en verlies.
Ik hunker naar de vervlogen tijden,
die ik veruit boven mijn heden verkies.

Mijn hart en ziel zijn ondraaglijk zwaar,
mijn hele wezen doordrenkt van het gemis.
Wij waren met elkaar nog lang niet klaar,
maar het leven, ach het leven… is zoals het is.

Ik leg me willoos neer bij jouw verscheiden,
ook al is ‘wij samen’ verworden tot ‘ik alleen’.
Met jouw dood kwam ook het snijden,
van alle samenstellingen rest ons geen.

Nochtans nu sta ik voor het onvoldongen feit,
dat ‘wij’ behoort tot ons onvoltooid verleden.
Voorgoed raakten jij en ik elkaar dus kwijt,
althans wel in dit onvolmaakte heden.

Zeer slechtSlechtRuim onvoldoendeOnvoldoendeTwijfelachtigVoldoendeRuim voldoendeGoedZeer goedUitstekend (Nog geen stemmen)

Laat wat van je horen

*

Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten