Ach, in deze nacht dat je mij van de sokken wierp.
In deze nacht met struisvogelverengefladder.
Vanachter een wolk die rond de maan zwierf.
Voel ik mij als Jacob stijgen op een ladder.
Zo zacht ben je voor mij op deze nacht.
Je bent als je glimlach overdag.
Hand in hand met jou in een schaterlach.
Ja, in deze nacht dat je me van de sokken wierp.
Slaap ik nu of ben ik wakker ?
Ik droomde dat je me nimmer verliet.
Ik voelde me als Jacob op de hemelse ladder.
Maar straks voel ik het gemis.
Alsof velen in mij stierven.
En wenste ik dat ik je nimmer had gekust.
Ook niets wist van mijn droevige liederen.”
Laat wat van je horen