De wind huilde.
Het riet wuifde.
Het gras was zoals het was.
Kalm en rustig.
Geen beweging in te krijgen.
De wind huilde.
Het gras bleef echter stil.
Hij wilde de natuur begroeten.
Meehuilen met de wind.
Wuiven naar het riet.
Zijn zoals het gras was.
Maar…
De wind was gaan liggen.
Het riet wuifde niet meer.
Slechts het gras groette hem.
Laat wat van je horen