De klok tikt voort,
maar de tijd staat stil.
Niets is zoals het hoort,
denk ik terwijl ik ril.
Bij elke gedachte
aan jou.
Met elke slik
voor jou.
Elk gevoel,
dat niet genoemd kan worden,
tikt als een tijdbom,
binnenin.
Elke herinnering,
dat niet genoemd wil worden,
zwerft alsmaar voort,
binnenin.
Ik ben een deel,
van de griep,
waar de anderen
ook van lijden.
Ik Zing jouw lied,
in’t geniep,
maar probeer de waarheid
niet meer te mijden.
Laat wat van je horen