De aarde leek te bewegen,
Er kwam iets uit de grond.
En opeens stond ze daar,
Haar haren wapperden in de lichte bries.
Een straaltje zon brak door de wolken,
Plotseling baadde ze in het licht.
Terwijl ze net nog was opgestaan,
Wees nu niets meer erop dat ze leefde.
Ze hief haar hoofd op,
Haar heldere ogen werden zichtbaar.
Het bos werd stil,
gevangen in haar schoonheid en macht.
Ze schonk hen een stralend glimlach,
En het bos ademde langzaam uit.
Sierlijk liep ze naar haar thuis,
En het grootste geheim van het bos verdween,
Om nooit meer gezien te worden.
Laat wat van je horen