Op dagen dat er veel was gebeurd, werd de wereld voor mij verkleurd.
Voor een kind is alles mooi, totdat je niks anders bent dan een prooi.
Je zoekt steun bij iemand die je vertrouwt, maar diegene maakt het niet zoveel uit.
En dus voel je je heel alleen, met alleen die ellende om je heen.
Je gaat geloven dat het normaal is, omdat niemand zegt dat het anders is.
Als je anders bent dan het gezin, heeft je mening totaal geen zin.
Je hoort er niet bij, en je voorkomt nog meer onenigheid.
Je bent nog zo klein, maar vindt het leven niet zo fijn.
Troost bij jezelf vinden is het lot, maar leeft ondertussen in een grot.
Je hoopt dat het maar tijdelijk is, een gewone gebeurtenis.
En dat je moeder niet is zoals daadwerkelijk is.
Na een moeilijke periode, breekt er een nieuwe aan.
Je kunt de ervaringen benoemen in een zin, het verwerken begint.
Ook al hoort het bij het verleden, het is bij je tot op heden.
Levenslang beschadigt, en toch doe je tegen iedereen aardig.
Maar de onzekerheid blijft, en de twijfel over mijzelf reist.
Omdat je je voor iedereen op afstand bewijst totdat je uiteindelijk bezwijkt…
Laat wat van je horen