Zachtjes fluisterend vroeg ik waar je was
De ruisende bladeren in de bomen verwaaiden mijn woorden
Mijn mond verstijfde, m’n woorden in men gedachten opgesloten
Toch weet ik dat wie of wat ik zocht me hoorde.
Je weet dat je me zal opzoeken wanneer de tijd rijp is
Die tijd van een stralende glimlach die je hart verwarmt
Ik fantaseer over je, ik droom van een wonder
Ik verlang naar je vrolijk kantje die me omarmt.
Zachtjes fluisterend vroeg ik waar je was
Geen bladeren dit keer, geen krakende tak
Ik tuurde om me heen, maar was je?
Toen voelde ik het, ik voelde me plots op m’n gemak
Het was
m’n geluk
Verborgen in
Mezelf.
Laat wat van je horen