Twee Kinderen rennen.
De ene omdat hij uit is van school. De andere om niet beschoten
te worden.
Twee kinderen glimlachen.
De ene omdat de reken toets
goed ging.
De andere omdat hij met
zijn familie aan tafel zit
en dat ze nog bij elkaar zijn.
Twee kinderen hebben het koud.
De ene omdat het raam open is.
de andere omdat zijn huis
van modder gemaakt is.
Twee kinderen spelen.
De ene met speelgoed.
De andere met wapens.
Twee kinderen huilen.
De ene omdat hij gevallen is.
De andere omdat zijn
ouders overleden zijn.
Twee kinderen in de wereld.
De ene is net tien geworden.
De andere haalde maar negen jaar.
Laat wat van je horen