Ik zit op een stoel achter mijn geraniums
In mijn appartementje op vijf hoog en ik kijk uit het raam
Beneden aan de overkant van de weg
staat een joch, met een oude fiets en een dikke jas en een mes
Er komt een man langs lopen
De jongen grijnst beangstigend
Hij is toch niet gevaarlijk?
Laten we dat maar hopen…
Ik zit op een stoel achter mijn geraniums
Beneden staat een jongen, met mes een oude fiets en opgestroopte mouwen
Hij is iets van plan
Ik begin hem te berouwen
De jongen grijnst, bedenkelijk en bedroeft
Als de man voorbij is gelopen
kijkt hij naar boven
In zijn ogen zie ik iets uitdoven
Ik zit op een stoel achter mijn geraniums
Beneden staat jonge ziel
Zijn lichaam grijnst bedrieglijk
Zijn ziel, een slachtoffer dat probeert te ontsnappen
Wat er nog van over is
Hij staart naar het mes
Laat wat van je horen