Vannacht droomde ik.
Ik droomde over bloed.
Bloed in overvloed.
Door geweld.
Geweld met een mes.
Een mes die niet te zien was maar wel te voelen.
Voelde mijn ingewanden stukgaan.
Stukgaan door haten.
Wie is t, wie doet t, is het echt?
Het bloed vloeit, veel, op een wit laken.
Ik voel het wel maar zie t niet, alleen het bloed.
Een groot mes, herhaaldelijk, zo echt, zoveel haat.
Het dringt door, ik krijg m in m’n rug, daarom.
Ik kijk naar het bloed, is het goed?
Wil ik weten waarom?
Ik probeer het nog een laatste x, maar ik zie niet wie.
Het gaat vanzelf, sluit mn ogen.
Denkende: die gaan nooit meer open.
Laat wat van je horen