Als niets en stof, de mens afgeschreven.
Alle dagen werkende aan kettingen
van wanhopige verknechting, maar:
Weldra komen de slaven toch naar huis.
Met mist van tranen vol vervoegd.
Verlangens branden nu niet meer.
Een terugblik wordt nochtans nodeloos.
De droefheid blijft achter en afwezig.
Voor altijd en immer!
Laat wat van je horen