Haren als van vuur,
die mijn hart doen branden,
een bloem die nooit
ofte nimmer verwelkt.
Glansrijke parels die staren,
en dwars door mij heen kijken,
mijn ziel voor eeuwig verloren.
Liederen die zingen op de wind,
en heel misschien mijn naam,
of misschien alleen in mijn dromen.
Schoonheid in al zijn vormen,
luisterend naar slecht één naam,
die ik in mijn hart
tot het einde zal bekoren.
Laat wat van je horen