Pijn!
Scherper dan het zwaard,
Venijniger dan een dolk.
Maar je onderging het met de glimlach.
“Als ik maar bij Beertje kan zijn”:
Zei je dan, “Het valt nog wel mee”.
Oh, wat had ik graag wat pijn
Van je geleend.
Al was het maar voor even.
Zodat je nog maar even
Kon genieten van het leven.
Genieten van de klein dingen:
De poezen,
Een glaasje champagne,
Een rode roos.
Pijn!
Mijn ganse lijf doet pijn
Bij de gedachte dat ik jou zal moeten missen.
Ik mis je nu al
Maar ik weet dat je altijd bij me zal zijn.
Je zal me de juiste richting influisteren,
Als ik andermaal de weg kwijt ben.
Je zal me in je armen nemen,
Als ik eenzaam ben.
Want jij stroomt door mijn aderen.
Jij bent mij
En nu net daarom doet het zo’n pijn.
Pijn!
De pijn is weg, schat.
Geniet ervan, je hebt het verdiend,
Waar je nu ook mag zijn.
Ik zal wel voor de poesjes zorgen.
Nauwgezet je wasinstructies volgen.
Je dromen trachten te verwezenlijken.
Weet dat ik je heel graag zie
En dat je voor altijd mijn prinsesje blijft.
Laat wat van je horen