In mijn dromen ben jij daar.
Reik mijn hand uit naar die van jou.
Wil niet wakker worden,
dan is het klaar.
Je verteld me dat je van me houd.
Dan gaat de wekker.
Doe me ogen open.
Verlies ik, of word het gekker?
Jij die bij me weg is gelopen.
Ik wil niet wakker zijn.
Jij bent alleen in mijn dromen hier.
Het voelt niet fijn.
We hadden in mijn droom zoveel plezier.
Sluit me ogen.
Ik kan je voelen en ruiken.
Jij bent hier als mijn ogen zijn gesloten.
Ik zie je staan achter de doornstruiken.
Je wordt omgeven door licht.
Ik wil niet meer.
Jou lach en ik zwicht.
Het is verkeerd.
Jij houd nu van haar.
Ben verslaafd aan jou.
Jij hebt mij gebroken,
stond toch altijd voor jou klaar?
Je weet toch dat ik zielsveel
van jou houd?
Ga nu hier vandaan.
Zoek me niet meer op in mijn dromen.
Hoe moet dit,
nu dat ik niet slapen kan?
Was nu maar gekomen.
Laat wat van je horen