Meestal is het rond
de klok van twaalven.
Of vlak ervoor, of vlak erna.
Een afspraak in de vroege morgen.
Die in haar duisternis,
nog heel wat uren houdt verborgen.
Dan gaan we wensen en hopen ook
dat alles beter wordt.
Of juist onthouden
en ons hechten aan zoals weleer.
’t Zijn onze onvervulde wensen,
die ons ontglippen in dat eerste uur.
Daar in de kille straat
en hier aan het warme vuur.
Wat komen zal is nog niet geweten,
het onbekende maakt ons klein.
Maar we zullen dat ontgroeien,
met de wil om mens te zijn.
Laat wat van je horen