Niemand weet wat hij werkelijk wil weten.
De vrouw kent niet zijn geheimen.
Hij houdt geen spreekbeurt over zijn hoerenbezoek.
Over de grenzen van het leven kan de doodsangstige niet kijken.
Doofstom is de man met de zeis.
En de president weet niet hoe hij thuis moet regeren.
Zijn rebelse dochter zit op haar kamer in de oppositie.
Niemand weet wat hij perse weten wil.
De man voelt haar onvrede, maar de muur kan hij niet slechten.
Zijn vrouw vertelt alleen aan zichzelf, in innerlijke lange monologen, welk verdriet haar uitperst.
De gelovige durft niet te twijfelen.
Hij doet alsof, voor alle zekerheid.
En de spirituele politieman voelt een goeroe in zichzelf groeien.
Maar hij weet niet hoe hem te bevrijden.
Niemand weet wat hij echt wil weten.
Ik stel mijn vragen bij het lijden en bij het onrecht.
En telkens antwoordt het leven, onbevredigend, dat het gewoon willekeurig is zoals het is.
Laat wat van je horen