Je ziet haar lopen,
Zo gewoon,
zo gewoon hoe zij zich kleed.
Van buiten zo zichzelf ,
Van binnen een verwarring.
Ze heerst over de weg,
Haar sportschoenen tikken ritmisch op de straat.
Ze rent weg van haar angsten,
Haar verdriet, pijn en stress.
Het maakt niet uit hoe ze eruit ziet,
Hoe ze zich kleed en waar ze aan denkt.
Gewoon zichzelf.
Valt bij niemand op omdat ze zo gewoon is.
Een koele bries in haar gezicht,
Haren losjes vast.
Blik op haar doel gericht,
De bocht in de weg.
Zachtjes zingend in haar zelf,
Niemand die haar hoort.
Het maakt niet uit wat
voor muziek ze zingt,
Wie let er nou op haar?
Laat wat van je horen