Daar vaag in het licht van het duister zie ik je gezicht,
Bijna opgenomen door de zwarte gloed.
Liefhebben; je weet niet meer hoe het moet.
Moe gedaan en moe gestreden zie ik in je blik,
Het laatste beetje licht vervaagd.
Leven; de dood op zichzelf, prachtig.
Helaas is de combinatie mij te machtig.
Langzaam zie ik dat je gaat,
Langzaam dooft dat laatste licht,
Gesloten ogen zijn het dan,
Versleten ogen.
Bang word ik er niet meer van.
Je huid zo wit, dit bezit,
Moe gedaan en moegestreden.
Afscheid neem ik nu van jou,
Het einde heb je niet beleefd zoals ik het beleven zou.
Nu sta ik hier in het duister,
Met enig licht dat niemand ziet.
Enkel in gefluister hoort men mijn verdriet.
Daar vervaagt de laatste traan,
Weet niet hoe ik het kan geven;
Deze liefde die is vergaan.
Laat wat van je horen