Lopend weg, nergens heen.
De zon die vertrekt nergens heen.
Terwijl ik bij elke stap lichter word.
En de maan steeds veller word.
De auto’s die voorbij gaan.
Ik ga sneller al zal zou stil staan.
Mensen kijken en ik kijk ze na.
En ze lezen mijn blik ik sta waar ik sta.
Voeten van de grond.
zo licht, zo fijn.
Ik zou zweven als het kon.
En zou dan weer gelukkig zijn.
Laat wat van je horen