Wachters van het blauw,
ze waren er op het moment,
toen jij je zaad in mij loosde…
keek ik vol verwondering in hun ogen,
tot ze straalde in mijn hart.
Niet begrijpend wat
ze nu van me wilde,
riep ik:”kijk!”,tegen mijn geliefde,
“Kijk, we zijn niet alleen”.
“Natuurlijk niet”, riep jij,
Mijn kleine Maria magdalena,
mijn kleine lieve speelse meid.
Doorkruis jij sterren
en menig verre oorden,
laat je mij hier in dit hol alleen.
En in de ochtendgloren,
ontwaakt hij in een cel.
Gekooid als een beest,
zijn wachters, mannen in een witte jas.
En een ieder die zijn schreeuwen hoort,
kan hierin het leed van de mensheid horen.
Ik heb haar verraden,
ik heb haar gekwetst,
Maar zij, zij heeft me geraakt.
Mijn kleine Maria Magdalena,
en haar wachters van het blauw.
Doorkruist ze menig verre oorden,
laat ze mij hier in dit hol alleen.
Tot ik zelf naar de sterren reik,
zal ze mij weer in zuiverheid veroveren.
Zoals destijds aan de bar,
met haar krullen en haar lach.
weerspiegelde haar lievelijkheid
in mijn ogen
Ik noemde haar, Maria Magdalena..
beschermd door haar wachters
van het blauw.
Laat wat van je horen