In de herfst

De zomer breekt in tranen uit
Terwijl ik naar de bakker loop
Een kaascroissantje en een kaiserbroodje
En een heel gesneden donker bruin
En misschien twee tompoezen
Dat is lekker
En dat wil ik
En dat het ophoudt met regenen
Dat wil ik ook
Want het regent al de hele zomer
Vroeger, laat ik zeggen
In de lente van mijn leven
Scheen zomers de zon
Vroeger, laat ik zeggen
Toen wij nog samen
schaatsen gingen
op mijn moeders verjaardag
Zij is jarig in februari
Midden in de winter
Toen regende het
Terwijl de bladeren vielen
In de herfst
Toen ging ik naar de bakker ook
Twee ongesneden bruin
Wat is er veel veranderd
Dan belt mijn moeder
Op mijn mobiele telefoon
Terwijl ik bij de bakker sta
Te midden van veel klanten
Wat is er veel veranderd
Ik schaam mij bijna
voor mijn moeder
Maar zij zegt
Ik moet es even horen
Hoe het met jullie is
Er is niets veranderd
Ik ben haar zoon.