Soms vraag ik me af,
Waarom dit alles zo moest zijn.
Ik loop in het rond,
Het leven nu fijn.
Niet altijd, maar vaak.
Niet eeuwig, maar soms.
Ik verlang soms naar jou,
Verlang soms naar ons.
Vriendschap is mooi,
En vriendschap is fijn.
Maar jij bent er niet,
En dat doet soms pijn.
Toch is het mijn lot,
Daar doe ik niets aan.
Toch vraag ik me af,
Waarom je mij niet zag staan.
Het vuur van de hel,
Van de chaos gevoeld.
Wat ik soms deed,
Niet echt zo bedoeld.
Het hield maar niet op,
Die waanzin in mij.
Was bijna dood,
Was bijna vrij.
Weet, ik vocht me kapot!
Al die jaren aaneen.
Maar jij zag dat niet.
En ik bleef maar alleen.
Ik brak de duivel!
Hij kreeg me niet.
Mijn hart soms gevuld met een intens verdriet.
Hij kreeg me niet!
Hoor je me meid?
Waar je ook bent,
Ik won.
Dat is feit.
Nu hoop ik alleen,
Dat het goed gaat met jou.
Ik zie je niet meer,
Van meisje naar vrouw.
Heb spijt van mijn daden,
Mijn hart voelt verdriet.
Nu zit ik hier dan,
En jij bent er niet.
Geluk wens ik jou,
In je verdere leven.
De liefde van God,
Wat kan ik je geven?
Niets dan liefs,
Uit een hart vol met pijn.
Ik hoop je te zien,
In de hemel.
Laat wat van je horen